Waar moet je op letten bij het verdelen van de pensioenrechten bij scheiding? Martine Stavenga, (mediator) vertelt meer over pensioen bij de scheiding. Als je gaat scheiden of als het geregistreerd partnerschap wordt ontbonden dan geldt dat jullie recht hebben op de helft van elkaars ouderdomspensioen, voor zover dat tijdens de huwelijk of het partnerschap is opgebouwd.
Verevenen van pensioen is de standaard
Er is een standaard manier om te verdelen, dat heet verevening. Hierbij wordt de helft van het pensioen wat tijdens het huwelijk is opgebouwd uitbetaald aan de ex-partner, per de datum dat degene die het pensioen heeft opgebouwd met pensioen gaat. Zo hou je dus de helft van je eigen pensioen wat in die periode is opgebouwd en krijg je de helft van het pensioen van je (ex) partner over die periode. Je eigen pensioen keert het pensioen aan jou en je ex-partner uit op je eigen pensioengerechtigde leeftijd. Het pensioen van je (ex) partner keert uit op zijn of haar pensioengerechtigde leeftijd.
Bijzonder partnerpensioen
Bij overlijden van de pensioengerechtigde komt deze aanspraak op ouderdomspensioen van de overleden partner te vervallen. Vanaf dan wordt het bijzonder partnerpensioen uitgekeerd aan de ex-partner. Dit is dus een andere uitkering dan het te verdelen ouderdomspensioen.
Na een scheiding wordt het bedrag wat tot de scheidingsdatum aan waarde is opgebouwd als partnerpensioen gereserveerd voor de ex-partner. Dit heet dan bijzonder partnerpensioen. Er zijn veel pensioenverzekeraars die geen waarde opbouwen, maar dat risico afdekken met een overlijdensrisicoverzekering. Deze overlijdensrisicoverzekering komt bij scheiding of ontslag te vervallen. Het deel van het eigen ouderdomspensioen wat door verevening aan de overleden partner was toegekend vloeit in dat geval weer terug naar de partner die het ouderdomspensioen had opgebouwd.
Wat zijn de gevolgen?
Vaak wordt bij scheiding voor deze standaardmethode – ieder de helft van elkaars pensioen en het reserveren van het bijzonder partnerpensioen – gekozen zonder verder te kijken naar de gevolgen van deze keuze. Toch is het van belang je iets meer te verdiepen in de gevolgen van deze keuze voor het latere pensioeninkomen van beiden voordat het scheidingsconvenant wordt getekend.
Het is mogelijk om af te wijken van de standaardmethode, echter de afwijkende keuze voor het verdelen van het pensioen moet zijn opgenomen in het scheidingsconvenant.
Uit de praktijk: Tanja en Jan maken afspraken over hun pensioen
Aan de hand van een praktijkcase zal duidelijk worden waar je op moet letten bij het maken van een keuze.
Neem bijvoorbeeld Jan (58 jaar) en Tanja (62 jaar). Na 28 jaar huwelijk gaan ze scheiden. Beiden staan achter deze keuze en ze willen ervoor zorgen dat de scheiding goed geregeld wordt en ze willen dat ze allebei weer goed verder kunnen na de scheiding. Jan heeft altijd fulltime gewerkt bij de overheid. Hij heeft een goed pensioen opgebouwd. Vrijwel zijn hele pensioen is tijdens het huwelijk opgebouwd.
Het ouderdomspensioen wat hij tijdens het huwelijk heeft opgebouwd bedraagt ca € 20.000 bruto per jaar. Tanja heeft altijd parttime gewerkt en vooral de zorg voor de kinderen op zich genomen. Haar pensioenaanspraak wat tijdens het huwelijk is opgebouwd bedraagt ca 8.000 bruto per jaar. Samen hebben ze dus € 28.000 aan pensioen opgebouwd tijdens het huwelijk. Ieder zou dan recht hebben op de helft, dus € 14.000 aan ouderdomspensioen per persoon.
Zouden Jan en Tanja kiezen voor de standaardmethode en allebei met pensioen gaan op hun 67e, dan zou Tanja in dit voorbeeld vanaf haar 67e al de helft van haar tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen moeten afstaan aan Jan. Jan is dan 63 jaar en werkt mogelijk nog en gaat pas vier jaar later met pensioen. Voor Tanja is deze keuze dan erg nadelig omdat ze dan vier jaar moet wachten totdat ze haar aandeel uit het pensioen van Jan ontvangt. Ze is dan al 71 jaar. Kan ze die vier jaar met haar lagere pensioen en AOW overbruggen? Voor Jan geldt dit nadeel niet, sterker nog, hij krijgt al eerder inkomen uit het pensioen van Tanja. (Om het niet te complex te maken laten we in dit voorbeeld het recht op partneralimentatie en de hoogte daarvan buiten beschouwing, al zouden afspraken over partneralimentatie mogelijke nadelen kunnen opheffen).
In deze case zou een afwijkende methode voor het verdelen van het pensioen beter zijn voor Tanja. Jan en Tanja zouden ervoor kunnen kiezen dat het pensioen van Tanja niet gedeeld wordt en dat ze daarnaast nog een aandeel krijgt uit het pensioen van Jan zodat ze in totaal uitkomt op € 14.000 aan ouderdomspensioen. Dan hoeft ze bij haar pensionering niet de helft van het pensioen al af te staan aan Jan. Ze behoudt dan haar pensioen en Jan krijgt vanaf dat moment dus niets uit het pensioen van Tanja.
Tanja zou recht hebben op € 14.000 en heeft zelf € 8.000. Ze komt dan wel nog bij haar pensionering nog € 6.000 tekort. Dit is 30% van de door Jan opgebouwde ouderdomspensioen aanspraak tijdens het huwelijk. Als Jan dan met pensioen gaat ontvangt ze dit aandeel (€ 6.000) van zijn pensioen. Deze methode is nog steeds nadelig voor Tanja omdat ze nog steeds vier jaar moet overbruggen, maar het nadeel voor haar is minder groot dan bij de standaardmethode.
Wat gebeurt er bij overlijden?
Belangrijk hierbij is om ook goed te onderzoeken wat ieder zou ontvangen aan bijzonder partnerpensioen als één van beiden zou komen te overlijden. In het geval van Jan en Tanja bedraagt het bijzonder partnerpensioen voor Tanja als Jan komt te overlijden € 1.000 bruto per jaar (zolang Tanja leeft). Er is dus maar weinig waarde opgebouwd in de partnerpensioen pot. Deze bestond dus grotendeels uit een overlijdensrisicoverzekering. Bij overlijden van Tanja ontvangt Jan € 5.000 aan bruto partnerpensioen per jaar. Dit partnerpensioen is dus grotendeels als waarde opgebouwd.
Als Jan en Tanja kiezen voor standaardverevening of voor de verevening met het afwijkende percentage, dan krijgen beiden uiteindelijk waar ze recht op hebben aan ouderdomspensioen zolang ze allebei in leven zijn. Maar stel nou dat Jan komt te overlijden op zijn 68e. In dat geval vervalt de verevening van het ouderdomspensioen. Tanja ontvangt haar volledige ouderdomspensioen weer terug (de volledige € 8.000), maar krijgt dus geen ouderdomspensioen van de pensioenverzekeraar van Jan. In plaats daarvan ontvangt ze van die pensioenverzekeraar het bijzonder partnerpensioen van € 1.000 bruto per jaar. In plaats van € 14.000 aan pensioen heeft ze dan € 9.000 aan pensioen. Dus zowel bij in leven zijn als bij vroeg overlijden van Jan is de keuze voor Tanja niet gunstig.
Als Tanja eerder zou overlijden dan Jan is dit voor Jan wel gunstig. Hij krijgt dan weer de beschikking over zijn volledige ouderdomspensioen € 20.000 en ontvangt daarnaast € 5.000 aan bruto partnerpensioen van de pensioenverzekeraar van Tanja. Voor Jan pakt deze keuze gunstig uit. Dit voelt voor beiden niet eerlijk of gelijkwaardig. Ze kijken daarom verder naar een alternatief wat het nadeel voor Tanja wegneemt. Dit alternatief is conversie.
Kiezen voor conversie?
Bij conversie wordt zowel het aandeel van Tanja aan ouderdomspensioen en haar recht op partnerpensioen van de pensioenverzekeraar van Jan tezamen omgezet in een zelfstandig recht op ouderdomspensioen wat in gaat op haar pensioengerechtigde leeftijd. Omgekeerd wordt hetzelfde gedaan voor Jan. Beide pensioenverzekeraars bevestigen dat ze meewerken aan conversie. Jan en Tanja krijgen zo dus allebei een eigen aanspraak op ouderdomspensioen bij de andere pensioenverzekeraar.
De waarde die dat vertegenwoordigd wordt dus afgesplitst van de eigen pensioenaanspraak. In het geval van Jan en Tanja betekent dit dat Tanja vanaf haar 67e haar eigen pensioen ontvangt waar het aandeel voor Jan is afgehaald. Daarnaast ontvangt ze dan al haar pensioenaanspraak van de pensioenverzekeraar van Jan. Ze hoeft dus niet meer 4 jaar te wachten.
Bovendien, als Jan op zijn 68ekomt te overlijden, ondervindt ze hiervan geen nadeel meer (al vloeit het stukje pensioen uit haar pensioenverzekering wat naar Jan is geconverteerd dan ook niet meer terug). Er is ook geen sprake meer van bijzonder partnerpensioen voor elkaar, maar dat recht was al omgerekend naar een extra stukje ouderdomspensioen. Omgekeerd geldt hetzelfde. Deze keuze voelt voor beiden eerlijker omdat deze keuze de eerdere bezwaren wegneemt. Deze keuze wordt vastgelegd in het scheidingsconvenant.
Lees meer: waar moet je op letten bij jullie pensioen bij de scheiding? Of Uit elkaar op latere leeftijd